........ We fietsen door een lintdorp (wijk aan irrigatiekanaal; red.)
bestaande uit kleine huisjes en hutjes. Eigenlijk op een fietspad. Met
wat getrokken of geduwde karren. En fietsers natuurlijk. En veel
dieren: koeien, waterbuffels, veelal met kalfjes onder hun eigen
dakjes. De buffels zijn hier melkleveranciers. Veel honden, ook met
jongen, kippen en hanen op hele hoge poten. Geiten. Soms zelfs poezen.
De mensen zijn heel prettig en vriendelijk met dieren. Een uitzondering
daargelaten, eten ze ze ook niet. Maar dat ze in hun hartverscheurende
armoede nog restjes over hebben voor huisdieren vind ik opmerkelijk...
's Middags met meneer Ranga Naikulu door het gemeentehuis. Wat zich
daar allemaal afspeelt is onvoorstelbaar. Daar heb ik een apart boek
voor nodig. Maar dat heeft RJ al geschreven dus ik zal dat maar laten.
Wat deze meneer allemaal klaarspeelt is overigens geen kattewater. Hij
blijft constant morrelen aan het corrupte systeem, weigert mee te doen
met zakkenvullen en zet journalisten strategisch in. In dit geval om de
herhuisvesting van krottenwijkbewoners nog ergens op te laten lijken.
Sunniva (2001)
Vandaag, 2 februari, hebben we met de bus een dorpentocht gemaakt.
Onverwachts kwamen we bij een dansschool aan. Hier hebben ze voor ons
een prachtige demonstratie gegeven. Vooral de muziek die er bij werd
gespeeld en de ongedwongenheid van de dansers en de muzikanten was
ontzettend leuk.
Het weversdorp dat we toen bezochten was een project om de
levensstandaard omhoog te brengen. Er waren projecten met weven, schoon
watervoorziening en waterhuishouding zodat de woningen niet meer
onderlopen.
Handig was het winkeltje in dit dorp waar we nog een aantal lappen
konden kopen. Voor Wim willen we van 2 lappen nog overhemden laten
maken.
Wim en Henny (2001)
4 februari, Vijayawada; tempeldag
Om negen uur vertrokken met de SKCV bus. We gaan een tempel bezoeken
(wat dacht je wat: 't is zondag!). Saleem (onze SKCV gids) vertelt een
prachtig verhaal uit de zeer gecompliceerde 'handelingen van de
Hindoegoden' (leuk voor een Moslimjongen!)...
Prachtige trappen beklommen. Geprobeerd mijn muntjes eerlijk te
verdelen tussen de uitgestoken handen. Wat is dat toch confronterend.
Bovengekomen is het uitzicht over het stadje Mangalagiri prachtig.
Slippers aan, slippers uit. Darshan hier, darshan daar. Overal zeer
vriendelijke mensen. We mogen meestal ook wel even langs de wachtende
mensen glippen om een hollands blikje op hun Hindoegod te werpen.
Slippers weer aan, trap weer af. Beneden wordt een God geëerd die met
een gezellige (rondbuikige) priester, inclusief vrolijke
boodschappentassen met offers, wordt rondgereden. Er zit een raar
orkestje bij. De bekende dubbele trommel en lange toeters, maar ook
twee zilverkleurige trompetten en een hobo-achtig instrument. Inmiddels
doet Wim een cursus 'hoe mis ik de bus'.
Als we Wim hebben gevangen gaan we naar een grottempel: een sobere
tempel, trappen, enorme tijgers uitgehouwen uit de rots. Prachtig.
Binnen ligt een enorme Boedha-achtige godheid. De neusverdovende,
stinkende oppasser toont ons respectvol met een kerstboomkaarsje zijn
volle pracht. Mede door de volmaakte rust, de schaduw, het landschap
beneden ons, mediteert de groep spontaan een kwartiertje weg. Wat een
verademing, Ohm manipadnehum...
We scheuren ons los van de grot. We maken een mooie wandeling naar het
water. De vogelaars worden lichtelijk euforisch van alle soorten
ijsvogeltjes onderweg. De niet-vogelaars worden er nu toch wel wat
lacherig van.
Aan het einde van de heerlijke wandeling wacht ons de big surprise: een
boottocht over de Krishna (rivier), met warme lunch... en witte
boterhammetjes kaas en tomaat. Dan gaan we nu even vakantie vieren...
Sunniva (2001)
Kamer met uitzicht op de Golf van Bengalen. Kijken naar het prachtig
blauwe water. Met je blote voeten door het natte zand lopen. Even
zwemmen in zee. Met de hele groep buiten eten op het kleine terras bij
de cottages. De maan in brede baan zilveren strepen zien toveren op het
water. Slapen als een os met je ramen wijd open. Luisteren naar het
geluid van de branding. Een uurtje lezen...een uurtje slapen. Dit is
puur genieten...precies op de helft van onze reis.
Mia (2001)
Op weg naar Araku
Het Is mistig. In het landschap vage contouren van palmbomen, hutten en
beesten. 't Geeft een sprookjesachtige sfeer. In het dorp van de
koperslagers klinkt overal het ritme van de hamerslagen. Er worden
prachtige waterkannen gemaakt, die uit drie stukken gesmeed worden. De
bodem wordt er met een soort zwaluwstaarten aangezet. Met een hamer
worden er randen met rondjes ingeslagen. Die blinken op en geven een
heel mooi effect.
Ik koop een klein gebruikt potje en als ik een foto van een koperslager
maak krijg ik als dank een grappig gevormd lepeltje.
Onderweg eten we in een echte Indiase 'cafetaria'. Een bananenblad
dient als bord waarop de rijst en curry's geschept worden. We zijn
intussen al volleerde 'met-de-vingers-eters' geworden!
Het bezichtigen van een suikerfabriek staat nu op het programma. Ik kan
me daar niets bij voorstellen. We hebben al vaak ossekarren en
vrachtwagens vol suikerriet zien rijden en als we bij de fabriek
aankomen staan ze in file te wachten tot hun vracht gelost wordt. De
directeur? legt ons in de brandende zon het hele proces van suikerriet
tot suiker uit (binnen is er teveel herrie).
Buiten zien we de eerste bewerking . Het riet wordt in stukken gesneden
en gaat dan de fabriek in. Ik vind het fascinerend om al die ketels,
persen, centrifuges in werking te zien. Overal trappen en buizen, alles
bedekt met een laag wit poeder. We zien hoe er monsters genomen worden
om de korrelgrootte te controleren. Ook de kleur van de suiker is erg
belangrijk. Uiteindelijk komt de suiker in zakken van 100 kilo de
fabriek uit. We krijgen nog net even bij de suikerdrogerij een buitje
'suikerregen' over ons heen, zodat we de hele verdere rit nog korrels
suiker uit onze haren zitten te vissen!
We rijden verder door een prachtig heuvellandschap, met rijstvelden.
Alle stadia van de groei zijn er te zien. Van paddyveldjes tot
stoppelveld. Ook veel grillig gevormde rivierbeddingen waar mens en
dier van profiteren.
Dan ineens: een gekraak en de bus geeft de geest, gelukkig op een
goddelijke plaats. Metersdikke ficusbomen zorgen voor schaduw, geweldig
uitzicht op de sawa's en.... een bushalte. Er is een geimproviseerde
bank onder een dikke boom en dat betekent: hier stopt de bus. En na
goed een half uur komt er een stampvolle bus aanrijden. Volgens Teun
kunnen we er nog gemakkelijk bij. En hij heeft nog gelijk ook. Achter
instappen, maar de ingang wordt geblokkeerd door een band voor een
vrachtwagen. Daar klim je dan gewoon overheen, handen genoeg om je te
helpen! Ik vind uiteindelijk en plekje op een metalen kast die achter
in het gangpad staat. Heb zo een prachtig uitzicht door de achterruit.
Met m'n voeten op een zak meel, m'n kniëen tegen de kniëen van mijn
overbuurman, in de rug gesteund door twee tengere mannenruggen kan mij
niets gebeuren.
Jammer dat we de koffieplantage mislopen, maar ik geniet!
Riet (2001)
zondag, 11 februari
We logeren hoog in de bergen, in Araku. Schitterend uitzicht vanaf ons
klein balkonnetje. Schuin tegenover ons hotel ligt een klein
streekmuseum. Wij zouden het heel leuk vinden er even binnen te kijken.
Er wordt beloofd dat om 7.30 uur het slot van de deur gaat. Maar het
blijkt weer een Indiase belofte te zijn, want als we om 8.45 uur klaar
staan voor vertrek zit de deur nog steeds stevig op slot.
Doel van onze reis is een ontmoeting met Uwe Gustafson, een Duitse
Canadees. Hij kwam in de tachtiger jaren in dit gebied om er
linguistisch onderzoek te doen i.v.m. het schrijven van zijn
proefschrift. Hij bleef er om het lot van de bergbevolking te
verbeteren. Deze mensen behoren net als zoveel anderen in India tot een
ondergeschoven groep. Algemeen heerst de gedachte dat ze niet in staat
zijn zelfstandig te denken en te werken. Zelf zijn zij er ook van
overtuigd. Uwe Gustafson probeerde dit probleem aan te pakken, en met
succes. Deze eenvoudige, beminnelijke man, probeerde van meet af aan
met zijn project de mensen ervan te overtuigen dat zij wel degelijk in
staat zijn om zelfstanding te presteren en tot zijn grote voldoening
begint dat idee te werken.
De gebouwen en tuinen op het project-terrein, dat ten tijde van Uwe's
komst een rotsachtige kaalte was, zijn allen door de bergbewoners zelf
aangelegd en gebouwd. Er wordt koffie verbouwd, zwarte peper, er is een
kippenfarm, een timmermanswerkplaats, een boekbinderij en een
drukkerij. Ik zie een vreemd soort schapen die niet met wol maar met
haren bedekt zijn. Sinds korte tijd zijn er ook allerlei vormen van
creatieve handvaardigheid voor vrouwen van start gegaan. De drukkerij
zorgt o.a. voor lesboekjes voor kinderen.
Gustafson schreef een opmerkelijk woordenboek. Hij stelde de taal van
de bergbevolking op schrift, vertaalde deze woorden in het Telugu en
vervolgens in het Engels. Mijn dag is al helemaal goed. Dit zijn
ontmoetingen met een gouden randje.
Als wij later op de dag een stammenmarkt bezoeken, valt het mij op dat
de bergbevolking er duidelijk anders uit zien dan de mensen in de
dalen. Ze hebben minder fijne gelaatstrekken en hun haar glanst veel
minder, is vaak kroezend. Misschien ook het gevolg van een te eenzijdig
voedingspatroon. Omdat ik weet dat ouders op deze zondagsmarkt ook hun
kinderen aan geschikte huwelijkskandidaat willen helpen, blijf ik
gefascineerd kijken bij de kramen, waar prachtige sari's verkocht
worden. Het is er een drukte van belang. De stoffen worden uitgebreid
getoond. De meisjes worden vaak geholpen door hun moeders, maar ik zie
ook wel dat de mening van een jongeman belangrijk is en dat vind ik
leuk. Sari's zijn vaak belangrijke onderdelen van de bruidsschat en
worden ook wel aan de goden in de tempel geofferd bij gelegenheid van
een huwelijk. Omdat ik lang op hetzelfde stekkie blijf, word ik door
alle stoffenhandelaren uitgenodigd hen op de foto te zetten. De
giechelende dames vinden zoveel belangstelling van een witte ook
geweldig. Die witte vindt het zo mogelijk nog leuker.
Mia (2001)
14 februari
Wekkers lopen af om 4.30 uur (we zitten in de nachttrein van
Visakhapatnam naar Kurdha Road; red) We worden wakker terwijl we niet
sliepen, je kent dat wel. Station Kurdha Road. Zeulen met koffers en
Bindhi en wachten op de aansluiting. Heerlijke Indiase thee! Van schrik
nog een theetje besteld.
De boemel naar Puri. Met de koffers boven ons hoofd. Jawel, past net.
In Puri met 11 riksja's in ganzepas - pardon: ganzetrap - naar onze
lodge, 'Dog and Duck'.
Midden in de gebruikelijke bende, achter een groot hek: een heel klein
sprookje. Fris, netjes, enorme bloeiende planten, romantische zitjes en
dieren. Een paar aardige honden, twee eenden, twee geiten (aan een
touw). Een koppeltje tamme kauwen waarvan de dame uit de hand eet.
Zelfs bijna aaibare hagedissen die rustig op je stoelleuning gaan
zitten zonnen...
...met Henny door de aangrenzende slum naar het strand gelopen. Poeh,
poeh... de slum eindigt op de vuilnisbelt en de vuilnisbelt zakt af
richting vloedlijn. En de vloedlijn is de openbare badkamer. Lopende
richting vissersboten zien we de meest bizarre vissen, krabben, luchtig
in het rond gesmeten door vissorterende vrouwen... En bedelkinderen
weer net zo brutaal als in Mamallapuram. Effe wennen.
's Middags naar Puri, naar een grote Hindoe-tempel. Het barst hier van
de stieren, klein en parmantig - Henny: 'tekkelstieren'. We moeten wel
wennen aan deze vloedgolf van bedelaars. Veelal hebben ze geen vingers.
Oef. Omdat Puri ook weer een geliefde bedevaartsplaats is, trekt dat
uiteraard ook heel veel bedelaars... en in deze plaats is een
'leprahuis'. Goeie help, wat is lepra verminkend. Ik ga alle stadia
door. Zien en schrikken. Zien en proberen niet zichtbaar te schrikken.
Mijn ogen wennen, de rest niet. Mijn medelijden wordt opgehapt door een
soort bewondering voor de vitaliteit van de levenswil. Ik voel me een
watje, een verwent nestje.
We rommelen wat om de tempel heen (wat dacht je wat: verboden voor
christenen!). We zien te veel om te onthouden. Gelukkig kunnen we nog
fotograferen. Lichtelijk verward zien we hoe de yoghurt wordt gemaakt.
Toch is het vers heel lekker en niemand is er ziek van geworden, dus...
Nou ja, laten we wel wezen, wat gebeurt hier nu niet op straat.
Sunniva (2001)
Zo langzamerhand begint het einde van de reis in zicht te komen. De
treinreis naar Calcutta en Calcutta zelf volgen nog. De slaaptrein is
vol. Mensen liggen op de vloer, zelfs voor het toilet. Gelukkig gaat de
deur naar binnen open, zodat we voorzichtig over de mensen heen kunnen
stappen, zonder ze wakker te maken, en het toilet in kunnen. Als
iedereen de trein uit is, krijgt de man die voor de toiletdeur ligt van
een spoorwegbeambte een flinke por en een uitbrander dat hij hier niks
te zoeken heeft. En wij maar voorzichtig doen. Vanuit het treinstation
moeten we de Hoogly (rivier; red.) met de ferry oversteken om het hotel
in de stad te bereiken.
Het Great Eastern Hotel is een oud, groot hotel met vergane glorie,
maar een mooie plaats om midden in Calcutta te verblijven. Lopend door
de hoge gangen kregen we het gevoel dat we in Kafka's proces
terechtgekomen waren. Achter elke deur kon zich iets absurds afspelen
met geruisloze roomboy's die te pas en te onpas opdoken.
Calcutta is een zeer drukke stad met scheurende autobussen en taxi's,
die voor de ergste luchtverontreiniging zorgen die we gezien en geroken
hebben. We hebben wandeling 5 gemaakt uit het boek "10 Walks in
Calcutta" van Prosenjit Das Gupta. Deze gaat over de Rabindra Sarani en
zijstraten. Als je deze wandeling (een must) hebt gemaakt, heb je een
heel goed beeld van Calcutta gekregen. Een voorbeeld, hier hebben we
heaterspiralen voor een ventilatorkachel gekocht voor 40 cent per stuk.
In Nederland niet verkrijgbaar, wij gooien het hele apparaat weg.
In de moskee die we bezochten was geen vrouwengedeelte, deze werden
geacht thuis te bidden. Vreemd eigenlijk, de moskee was groot genoeg.
De fruitmarkt is de veilingplaats van producent en verkoper. Gezeten op
een verhoging brengt de veilingmeester de druiven, appels,
sinaasappels, granaatappels, mango's enz. met veel humor en geschreeuw
aan de man. Het is een grote kluwen mensen, geen doorkomen aan.
Prachtig!
In de straat is ook een melkfabriek. Melk wordt met 2 bussen, hangend
aan de fietsdrager of per juk aangeleverd, terwijl aan de overkant van
de straat de melkbussen worden gemaakt.
Ook hebben we in Calcutta de beroemde Kali tempel bezocht. Hier worden
nog dieren (kleine geitjes) geofferd. Een bloederig gebeuren. Met het
bloed uit de kop van de geit wordt een tilak op het voorhoofd gezet.
Naast dit tempelcomplex is het centrum van Moeder Theresa, dit is een
symbool geworden van christelijke naastenliefde. Als je ziet hoe goed
de mensen hier verzorgd worden: niets dan lof voor deze instelling!
Terugkijkend op 4 weken reizen langs de oostkust van India kunnen we
een ieder die India wil zien, zoals het dagelijks leven van de Indiër
is, een reis met de Daari groep van harte aanbevelen. Door de
enthousiaste inzet van Robert-Jan en Teun is deze reis voor ons een
succes geworden. Nogmaals bedankt!!!
Wim en Henny (2001)
Terugblik op onze reis naar India
Nu we weer in Nederland terug zijn, krijgen we natuurlijk van alle
vrienden en kennissen de vraag: 'En hoe was het in India?'dat vind ik
een moeilijke vraag Hoe kun je zoveel indrukken, emoties en beelden
omschrijven in één woord. Daarom wil ik hier een poging wagen om een
soort antwoord te geven op de vraag hoe het voor mij was in India. Wat
het meeste op mijn netvlies is blijven staan zijn de mensen.
Natuurlijk, we zagen prachtige tempels, eindeloze rijstvelden, leuke
aapjes, een schitterende koffieplantage en veel vuilnis, maar de manier
waarop de mensen in India leven heeft op mij de meeste indruk gemaakt.
Teun had zich voorgenomen om ons het gewone dagelijks leven in India te
laten zien en dat was een bijzondere ervaring. We bezochten eethuisjes,
waar de Indiërs gaan lunchen, reisden met hen in de trein, gingen op
bezoek bij bewoners van tweekamerwoningen, wandelden door dicht
opeengepakte stadswijken en waren op bezoek bij de jongeren van het
straatkinderenproject.
Volgens de officiële cijfers groeit de Indiase economie het snelst van
Azië. Er zijn mensen, die gigantisch rijk zijn en er is een groeiende
middenklasse, die zo langzamerhand welvarender wordt. Die mensen kwamen
we bijvoorbeeld tegen als toeristen in het park en bij de tempels in
Mamallapuram. Ze hebben digitale camera's en mobieltjes en willen graag
een foto maken met jou als witte vreemdeling in het midden. In
Vijjajawada staan Daphne en ik op de foto met een jongen, die op zijn
tshirt de opdruk Darling Of Girls had staan. Zich duidelijk
verkneukelend zit hij tussen ons in. Dat kan hij straks leuk aan zijn
vrienden laten zien. Leuke vrolijke mensen, kleurige sari's,
rondhopsende, prachtig uitgedoste kinderen.
Maar het overgrote deel van de Indiërs moet elke dag maar zien dat ze
hun kostje voor die dag weer bij elkaar gescharreld krijgen.
Riksjadrivers, kleine handelaren, schoenmakers, kleermakers, kleine
boeren, wevers etc. Juist die mensen hebben de meeste indruk op me
gemaakt. Zij hebben, vergeleken met ons een hard leven. Vaak moet er
hard en lang gewerkt worden en de toekomst is onzeker. Als hen iets
overkomt, waardoor ze niet meer kunnen werken, dan is bedelen het enige
wat nog rest. Maar ook hier veel vrolijke gezichten, ook hier de
kleurige sari's en armbanden en vrolijke kinderen. Ik zag bijvoorbeeld
kinderen veel plezier hebben met zelfgemaakt speelgoed, zoals een
tanpastadoosje met wieltjes. We bezochten een aantal mensen in
relocatiewijken. Hoewel deze wijken zijn opgezet voor slumbewoners,
wonen daar nu de mensen die het net iets beter hebben dan de
allerarmsten. De armsten zijn terug naar de stad omdat ze op deze
plekken te ver af zitten van werk. Maar voor onze begrippen zijn dit
nog steeds minimale woonvoorzieningen. Opvallend was de gastvrijheid.
Mister White zat samen met zijn kleinzoon op een matje in zijn kamer en
nodigde ons uit om bij hem te komen zitten. In dit soort situaties zie
je de waarde is van de, overal ter wereld ingevoerde, plastic
stapelstoelen. Ze nemen weinig plaats in, ze worden niet aangevreten
door ongedierte en als je van al je buren een paar leent, dan kun je
negen westerlingen fatsoenlijk in je huisje uitnodigen. Op dezelfde
manier zaten we bij de dochter van een buurtvertegenwoordiger, die met
trots haar twee maanden oude zoontje aan ons voorstelde. Dit prinsje
lag, zich niets aantrekkend van het gekakel en de flitsende
fototoestellen, heerlijk te slapen in een gazen mandje dat aan het
plafond was opgehangen. Zo lag hij veilig voor ratten, honden en
moskieto's. Prachtig was ook de manier waarop we werden ontvangen in
een dorp in de buurt van Puri. Daar zouden we een dansvoorstelling gaan
bekijken. Bij aankomst in het dorp werden weer de plastic stoelen
tevoorschijn gehaald en werden we op een rijtje in de dorpsstraat
neergezet. We kregen kokosmelk te drinken en toen ging iedereen weg om
de dansvoorstelling voor te bereiden. Regelmatig liepen of fietsten er
mensen langs om ons nieuwsgierig te bekijken, maar verder heerste er in
het dorp een weldadige rust. Niks geen overhaast gedoe. Hier nam
iedereen de tijd. En geduld wordt altijd beloond, want we kregen
uiteindelijk een prima thali (Indiase maaltijd) voorgezet en tot slot
gaven de prachtig uitgedoste jongetjes van het dorp een bijzondere
dansvoorstelling. Voor je gevoel werd, tussen de bedrijven door, in dit
rustige verafgelegen dorpje gewerkt aan een zeer professionele opzet.
De groep was inmiddels wel uitgenodigd voor een festival van
traditionele dans in Parijs.Wat zal dat met hen doen?
Een apart hoofdstuk is de grote groep allerarmsten. Bedelaars, mensen
die op straat leven. Daar zag je veel ellende. En toch… de man , die
verlamd over de straat kroop in Vijajawada lachte ook om zichzelf toen
hij naast het hem aangeboden eten ook nog om extra roepees vroeg. In
Calcutta waren nog loopriksja's. Die heb ik in andere steden niet meer
gezien. Een groepje, op klanten wachtende, drivers wilden wel op de
foto. Thuis zag ik pas hoe ze, de armen om elkaars schouders, vrolijk
lachend in de camera blikken. Wat me het meest trof? De kunst van leven
en overleven.
Wytske (2007)
ga terug naar
vorige pagina >>>>